dinsdag 29 april 2014

Lezers scoren met berichten over gameverslaving?

Ik had het volgende artikel naar de Volkskrant gestuurd, omdat er alwéér zo'n tendentieus stuk in was verschenen (over hoe je je tegen verslaving in games kunt wapenen), terwijl net een paar weken daarvoor Thomas Sala de handschoen had opgeraapt na een uiterst ongenuanceerd negatief stuk van een economie docent.
Ik zelf was er een beetje moedeloos van geworden, omdat, wàt er ook voor reacties kwamen, de Volkskrant steeds maar op datzelfde aambeeld bleef hameren. Je kunt de positieve kanten van games belichten, je kunt argumenten ontkrachten ... het helpt allemaal niet. De berichtgeving blijft donkergrijs (niks 50 tinten dus).
Dus toch maar een reactie. Die niet werd opgenomen. Eerst ontkende de betreffende journalist dat de toonzetting negatief was want 'er stonden toch ook positieve dingen in!' Toen ik antwoordde dat net zoals gamemakers heel goed weten hoe ze een game zo kunnen inrichten dat je door wilt spelen als je eenmaal begonnen bent (wat een heel nuttige eigenschap is voor een leemiddel), journalisten ook heel goed weten hoe ze de toon van een stuk kunnen zetten.
Dat was afdoende voor dat argument, scheen het, want het volgende argument was dat de Volkkrant helemáál niet maar steeds op datzelfde aambeeld sloeg, want ... en er volgde een opsomming en categorisering (wit/zwart) van de game artikelen van de afgelopen maanden.
Omdat ik me niet kon voorstellen dat mijn verzuchting van 'alweer zo'n negatief artikel' zomaar uit de lucht kwam vallen - bovendien ben ik niet de enige met die ervaring - besloot ik zelf maar eens te turven hoe dat nou eigenlijk zat met de artikelen van het afgelopen jaar. Dat nu bleek een onmogeljke taak. Je kunt op trefwword in het Volkskrant archief zoeken tot begin van dit jaar, daarvoor houdt het op, dan kun je alle kranten zelf doorploegen. Dat vond ik dan toch wel weer te veel eer (en tijd en energie).

Een mooi alternatief is dan om het hier te plaatsen. Bij dezen!

Voer het volgende gedachtenexperiment uit.
Stel je voor dat games er eerder waren dan boeken. Dan bedenkt een gewiekste uitgever dat woorden op papier veel meer opleveren dan op een beeldscherm. Hoe zou het image van een boekenlezer er dan uit zien?
Ongeveer zo, stel ik me voor.

In boeken leef je uitsluitend in andermans wereld. Er is geen enkele sprake van interactie. Hooguit kun je je nog een voorstelling maken van hoe de karakters in het boek eruit zien - als de schrijver dat niet al te gedetailleerd beschreven heeft. Het is het verhaal van de schrijver dat je beleeft, niet het verhaal dat je zelf mee creëert, zoals in een game.
Boekenlezers zijn uiterst asociale types, die de hele dag met hun neus in dat gevaarlijke medium zitten en er met geen stok uit zijn weg te slaan. Nog even één bladzij, liefje, dan ga ik echt dat tuinhekje repareren. Het is zó spannend! En als liefje s ’nachts wakker wordt naast haar boeken verslindende wederhelft ziet ze tot haar schrik dat die stiekem met een lampje onder de dekens nog steeds boekenshot na boekenshot tot zich neemt.
Verstokte lezers komen in duistere achterkamertjes bij elkaar om hun boeken kicks te delen. Schrijvers worden door hun lezers verafgood. Elk woord dat zij op papier zetten is zonder meer fascinerend, ja zelfs de meningen die zij mondeling verkondigen zijn absoluut de moeite waard, ook al gaat het vaak over zaken waar ze geen verstand van hebben.
Niet alleen brengen boeken een groot verslavingsgevaar met zich mee, ook kunnen zij agressie opwekken. In boeken worden soms de meest bloederige scenes beschreven alsof het de gewoonste zaak van de wereld is! En er zijn zelfs boeken waarin lezers tot in detail kunnen leren hoe je een bom maakt.
Kortom, boeken stompen niet alleen de fantasie af, ze zijn ook gevaarlijk! Wel 426 Nederlanders (dat is 1 tot 3 % van alle boekenlezers) schrijven zich in klinieken in om af te kicken van het lezen. Dat is twee keer zoveel als twee jaar geleden! In kranten verschijnen artikelen met subkoppen als ‘Hoe maken schrijvers hun boeken verslavend? En hoe kun je je daar tegen teweer stellen?’
We mogen ons gelukkig prijzen met zo’n waakzame pers!

Hiermee eindigt het gedachtenexperiment. Het idee op zich is niet van mij zelf, maar ik vind het een mooie parabel.
Games blijven die slechte pers maar houden, althans in de Volkskrant. Andere kranten lijken gelukkig zo langzamerhand bereid de game middeleeuwen te verlaten.
Ik ga geen argumenten aandragen om die tendentieuze berichtgeving te weerleggen. Dat hebben anderen voor mij al keer op keer gedaan, steeds als de Volkskrant weer met zo’n game verslaving oprisping naar buiten komt. Het helpt blijkbaar niet, want zodra iemand zo’n oprisping vakkundig heeft afgeserveerd komt er al weer een volgende. Je vraagt je af waarom. Is dit een issue van een verslaggever met gamende kinderen? Of denkt mijn kwaliteitskrant lezers te scoren met zulke non-discussies? 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten