Onderzoek naar de effecten van games in het onderwijs kan
helpen om dit geweldige leermiddel meer ingevoerd te krijgen in het Nederlandse
onderwijs. Terecht willen docenten graag weten of een game daadwerkelijk tot de
beoogde leerresultaten kan leiden.
Game Onderwijs Onderzoek heeft al het een en ander aan
onderzoek uitgevoerd en is daarbij gelukkig niet de enige!
Echt uniek is dat er nu ook effect onderzoek is
uitgevoerd door VO leerlingen. Cas Huisman en Ricardo Roebers hebben in het
kader van hun PWS onderzocht of een game voor biologie tot betere
leerresultaten leidde dan een reguliere les. Ze gebruikten daarvoor Cellcraft,
een game over cel biologie. Uit hun eindrapport: ‘In het spel moeten de leerlingen hun cel zo goed mogelijk beschermen
tegen virussen door het maken van bepaalde enzymen. Onder het spelen worden aan
de leerlingen steeds nieuwe onderdelen van de celbiologie geïntroduceerd. Er
wordt stapsgewijs uitgelegd wat het nieuwe onderdeel is, en wat het doet. Wij
hebben ons onderzoek uitgevoerd aan de hand van de eerste twee levels van
Cellcraft.’
Leerlingen uit de brugklas kregen eerst een introductie
les over de begrippen die in de game aan de orde kwamen, plus een toets over
hun voorkennis. Daarna volgde een les met opdrachten voor de controlegroep en
een game les voor de experimentele groep, gevolgd door een natoets. Cas en
Ricardo hebben de lessen en de toetsen in elkaar gezet, samen met hun
begeleidster, de biologie docente van de eerste klas. Ze hadden mij gevraagd om
tips voor hun onderzoek, wat ik natuurlijk heel graag gedaan heb.
Helaas bleken er geen verschillen in leerresultatentussen
de beide groepen; de game leidde dus niet tot meer kennis over celbiologie.
Cas en Ricardo zeggen daar het volgende over in hun
discussie:
‘We denken dat de
hypothese niet uitgekomen is omdat het abstractieniveau van de lesstof te hoog
ligt voor de eersteklassers. Eersteklassers hebben nog geen abstract
denkniveau, wat hogere klassen wel hebben. In de eerste klas moet alle stof nog
concreet gegeven worden, wat niet het geval was bij dit spel. We hebben ze
meteen lesstof voorgelegd die pas in de vierde klas behandeld wordt. Dit ging
waarschijnlijk te snel voor de leerlingen waardoor ze het niet goed konden
onthouden. De basis van de leerlingen was nog niet goed genoeg om de stof
allemaal te begrijpen.’
Ook vragen ze zich af of het feit dat de game in het
Engels was het gebrek aan resultaten kon verklaren. Ze hadden wel gezorgd voor
een woordenlijst, die leerlingen tijdens het spelen konden raadplegen.
De game zelf was wellicht ook te moeilijk, denken ze. ‘De leerlingen snapten het spel ook niet
allemaal even goed, waardoor sommigen de stukjes tekst over sloegen. In deze
stukjes tekst stond de lesstof uitgelegd, dus wanneer deze overgeslagen worden,
wordt de potentie van de game niet volledig benut.’
Naar mijn idee speelde de aard van de game hier een
belangrijkere rol dan de moeilijkheidsgraad. Cellcraft vond ik meer een bij de
hand genomen simulatie. De verhaallijn had weinig te maken met wat je
moest doen, namelijk nadoen wat er voorgedaan was. De makers lijken gedacht te
hebben: alles wat een scorebord heeft is een game, no matter hoe je die score
krijgt (in dit geval wordt die in je schoot geworpen). Het is in feite één
grote kennispresentatie, met animaties waarmee je die kennis dan zou kunnen
oefenen. Zelf ervaren en uitproberen is dan helemaal niet aan de orde.
Games waarbij de gameplay functioneel is voor het doel
dat je wilt halen (zoals bijvoorbeeld de game Extinct) blijken vaker tot
resultaten te leiden dan de zg. ‘broccoli met chocoladesaus games’, games die
puur gericht zijn op de motivatie van leerlingen. Iets dat je niet lekker vindt
(leren) gaat eerder naar binnen als je er een lekker sausje overheen gooit
(gamen), is daarbij het idee.
Resultaten of niet, het is absoluut hoopvol voor de
toekomst van games in het Nederlandse onderwijs dat leerlingen daar zó
gemotiveerd voor zijn dat ze daadwerkelijk een heel onderzoek opzetten en
uitvoeren, want dat is niet niks! Hulde voor Cas en Ricardo!